Bron: Onze Taal
Bijwoorden zijn woorden die een werkwoord, een ander bijwoord, een hele zin of soms een zelfstandig naamwoord nader bepalen. Dat wil zeggen dat ze meer informatie geven over het woord waar ze bij horen. Er bestaan onder meer:
bijwoorden van graad | heel, zeer, nogal, enigszins, hartstikke |
bijwoorden van plaats/richting | waarheen, hier, elders, ginds, opzij |
bijwoorden van tijd | wanneer, morgen, vandaag, gisteren, binnenkort, onlangs |
aanwijzende bijwoorden | daar, hier, nu |
onbepaalde bijwoorden | ergens, nergens, nooit, altijd |
vragende bijwoorden | waar, wanneer, hoe |
Een paar voorbeeldzinnen:
Bijwoorden kunnen verschillende functies hebben:
Bepaling bij een werkwoord | Hij wandelt graag. |
Bepaling bij een bijvoeglijk naamwoord | Het was een erg lange film. |
Bepaling bij een ander bijwoord | Zij kwam zeer snel weer thuis. |
Bepaling bij een zin | Natuurlijk was zij blij. |
Bepaling bij een telwoord | Ze werd slechts derde. |