Woordsoort: vorm van het werkwoord zijn.
Betekenis: koppelwerkwoord. Het woordje ‘is’ geeft aan dat het onderwerp de genoemde hoedanigheid, eigenschap, functie, rang, etc. heeft.
Voorbeeldzinnen:
“Zij is moeder van twee kinderen.”
“Haar muts is rood.”
Eigen voorbeeldzin:
“Het meisje is ziek.”